Het is zeker anderhalf uur met de auto, ondanks dat de chauffeur de shortcut neemt. Hij rijdt dan ook wel truttig. Het eerste deel gaat over asfalt en er zijn weliswaar gaten op bepaalde stukken, dit gaat wel heel langzaam. Het laatste deel gaat over onverharde weg. Daar rijdt hij nog voorzichtiger. Het mag van ons wel iets rapper, maar we zeggen er toch maar niets van. Na ruim een uur komen we langs de Kwale International Sugar Company. Niet veel verder slaan we linksaf, een onverharde weg op. Hier gaat het zo mogelijk nog langzamer.
Zo'n 15 kilometer en 30 minuten verder komen we bij Shimoni aan. Dat is een dorpje aan de kust. Er zijn veel winkeltjes en wat huisjes. Mensen wachten geduldig af tot er klandizie komt. Aan het eind van de weg gaan wij rechtsaf, om niet veel later een afgesloten terrein op te rijden. De parkranger met geweer losjes in de hand, doet het hek achter ons dicht. We stappen uit en pakken onze tassen. Ik probeer eerst nog even de achterklep in tweeën te koppen, maar de achterklep wint. Fuckerdefuckfuck. Excusé moi!
Vanaf het toch niet zo afgesloten terrein - wij kunnen er immers ook weer af - lopen we naar een bouwplaats met betonnen steiger. Er komt een dhow aan, maar die is nog niet voor ons. De volgende wel, maar de eerste ligt nog in de weg. We lopen de trap af en stappen via de eerste dhow de tweede in. Op naar Kisite-Mpunguti Marine National Park (ik heb het ook niet bedacht). Het weer boven land ziet er wat dreigend uit, maar op zee en achter het eiland is het wel blauw.
Mijn bril is niet helemaal goed. Er loopt heel langzaam water in. Dat komt in m'n neus en dat begint te prikken. Ik moet 'm dus regelmatig leeg laten lopen. Waar ik me daar normaalgesproken aan zou kunnen ergeren, kan het me nu niets schelen. Dat ligt niet alleen aan de Keniaanse invloed - let it go, pole pole - maar vooral aan het prachtige uitzicht onder water.
Na ongeveer drie kwartier moeten we de boot weer op. Da's nog even een dingetje, maar uiteindelijk lukt het. Terwijl we terugvaren, drogen we in de zon. Niet helemaal handig, want door de wind voel je 'm niet branden. Ouder en dus wijzer houd ik m'n pet op en bedek me voor zover mogelijk. Achteraf zijn alleen m'n kuiten verbrand. En da's niet op de boot gebeurd, maar tijdens het snorkelen zelf. Heb ik toch weer goed gedaan.
Naarmate we meer dichter bij het vasteland komen, worden de golven hoger. We hebben tegenwind en de boot maakt flinke klappen. Af en toe gaat de boeg onder water. Zolang de bemanning blijft lachen, vind ik het echter prima. We komen uiteindelijk veilig aan wal, maar het is inmiddels eb geworden. We kunnen daarom niet via de steiger van de boot af. In plaats daarvan moeten we over het strand. Ik heb m'n broek opgerold en omhoog geschoven, maar helaas niet voldoende. M'n broek komt in het water. Balen, want nu moet ik 'm nog uitspoelen, vlak voordat ik moet inpakken. Ik krijg de tip om 'm voor de airco in m'n kamer te hangen. Dat werkt gelukkig. Overigens heb ik nog geluk, want de dames zakken tot over hun enkels weg in de modder. Ik zie het gebeuren en kan nog net de goede route nemen. Uiteindelijk komen we een uur later bij de auto dan afgesproken. De chauffeur begon zich al zorgen te maken.
Ook deze keer nemen we de shortcut. Uiteindelijk komen we rond 14:00 uur aan in het Resort. Het restaurant is al dicht, dus we gaan voor en pizza bij het zwembad. Die smaakt naar meer. Daarna gaan we ieder ons eigen weg, terwijl we afspreken om om 16:00 uur weer bij elkaar te komen om in te checken.
Ik ga douchen en start daarna met inpakken. Om 15:50 ga ik naar de lobby, maar dan heeft iedereen al ingecheckt. Er zijn voor mijn nog precies twee stoelen over. Beide in het midden van de middelste rij. Niet helemaal wat ik me had voorgesteld, maar het belangrijkste is dat ik aankom. Nadat ik m'n boardingpass heb laten afdrukken bij de receptie, blijkt dat ik naast Jan zit. En die is nogal groot. Ook niet helemaal wat ik had voorgesteld. Maar ik accepteer m'n lot...
Terug in de kamer pak ik, voor zover mogelijk, de rest in. Om 18:45 uur vind ik het mooi geweest. Ik ga naar de bar waar de rest ook al zit. Ik leg Hans nog wat over z'n geleende camera uit, die hij de komende vier dagen meeneemt op safari. De tijd vliegt voorbij en voordat ik het weet is het etenstijd.
We hebben met z'n negenen één tafel. Ik houd het bij een eenvoudige maaltijd. Ik neem deze keer niet eens een toetje. Na het eten neem ik afscheid van Hans en z'n vrouw en maak ik een afspraak met de rest voor het ontbijt; 1:30 uur. Ik heb er nu al zin in. Nog voor achten ben ik weer in m'n kamer, pak m'n fototas in en leg alles klaar voor morgen. Om 21:00 pit ik.
Eén van de collega's, die inmiddels weer terug is in Nederland, vindt het handig om 's nachts een appje te sturen. Ik wordt wakker en zie met een half oog dat het tijd is om op te staan. Dapper doe ik het licht aan, om er dan achter te komen dat ik verkeerd gekeken heb. Het is pas 22:48 uur. Het licht gaat dus weer uit.